
Jurisprudentie
BD0532
Datum uitspraak2008-04-16
Datum gepubliceerd2008-04-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers143864 / HA ZA 08-317
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-04-24
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers143864 / HA ZA 08-317
Statusgepubliceerd
Indicatie
IE-recht. Verstekvonnis betreffende vervallenverklaring merkrecht met bevel tot doorhaling.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 143864 / HA ZA 08-317
Vonnis van 16 april 2008
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECKITT BENCKISER (THE NETHERLANDS) B.V.,
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
2. de naamloze vennootschap
RECKITT BENCKISER N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseressen,
procureur mr. M. Middeldorp,
advocaat mr. A.C.M. Alkema te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar vreemd recht,
HENKEL KGAA,
gevestigd te Düsseldorf, Duitsland,
gedaagde,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 9
- het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. Wat betreft de vordering en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen wordt verwezen naar de dagvaarding, die in afschrift aan dit vonnis is gehecht.
2. De beoordeling
2.1. De rechtbank stelt ter voldoening aan de verplichting ingevolge artikel 4.6 lid 3 van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (hierna: BVIE) haar bevoegdheid vast over dit geschil te oordelen op grond van artikel 4.6 lid 2 BVIE, nu gedaagde geen woonplaats binnen de Benelux heeft en eiseressen gevestigd zijn binnen het arrondissement Haarlem.
2.2. Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor behoudens het hierna overwogene.
2.3. Ten aanzien van het onderdeel van de vordering dat ertoe strekt gedaagde voor de door de rechter te bevelen doorhaling van de inschrijving zorg te laten dragen, geldt het volgende. Ingevolge artikel 1.14 BVIE wordt de doorhaling verricht op verzoek van de meest gerede partij. Blijkens genoemd artikel kan die doorhaling plaatsvinden als een door de griffier gewaarmerkt afschrift van de grosse van een vonnis is overgelegd én het betreffende vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Eiseressen kunnen derhalve zelf, als meest gerede partij, het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom verzoeken om doorhaling en hebben dientengevolge geen belang bij het gevraagde bevel om gedaagde op straffe van verbeurte van een dwangsom daarvoor zorg te laten dragen, en evenmin belang bij het verkrijgen van een machtiging om die doorhaling namens gedaagde te verzoeken. Gezien genoemde bepaling hebben eiseressen evenmin belang bij de gevorderde uitvoerbaar bij voorraadverklaring van de door de rechtbank uit te spreken vervallenverklaring en van het te geven bevel tot doorhaling.
2.4. Met inachtneming van het voorgaande zal de vordering worden toegewezen zoals in het dictum vermeld.
2.5. Gedaagde zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Eiseressen vorderen dat gedaagde op grond van artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt veroordeeld tot betaling van het volledige salaris en de verschotten van de advocaat en de procureur. Nu eiseressen, ondanks de toezegging in de dagvaarding onder punt 15, hebben nagelaten een productie over te leggen waaruit de hoogte van het bedrag aan genoemde kosten blijkt, zullen de kosten worden begroot volgens het gebruikelijke liquidatietarief. De kosten aan de zijde van eiseressen worden begroot op:
- dagvaarding EUR 70,85
- vast recht 254,00
- salaris procureur 452,00 (1,0 punt × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 776,85
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. verklaart vervallen de Benelux merkregistratie van gedaagde met registratienummer 0655556 voor alle waren en diensten in alle klassen waarvoor het merk is geregistreerd,
3.2. beveelt de doorhaling van de inschrijving van de onder 3.1 bedoelde registratie van gedaagde in het Benelux Merkenregister,
3.3. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseressen tot op heden begroot op EUR 776,85,
3.4. verklaart dit vonnis voor wat betreft genoemde kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
3.5. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2008.?